Ik loop over straat,
Mezelf af te vragen,
Hoe ze eruit zou zien,
Moest zij een string dragen.
En één keer per jaar,
Dan gaat ze naar ’t strand,
En dan ligt het antwoord,
Gewoon in het zand!
Ik wil met haar mee, naar zee!
Want in string, wil ik haar zien!
Wie gaat er mee, naar zee?
Om die string, van haar eens te zien!
Dus als de zon,
Weer heter gaat schijnen,
Dan maak ik me klaar,
Om naar zee te rijden.
het Klinkt misschien raar,
maar enkel daar,
is er slechts een koordje,
tussen die billen van haar!
Ik wil met haar mee, naar zee!
Want in string, wil ik haar zien!
Wie gaat er mee, naar zee?
Om die string, van haar eens te zien!
En ik rij doelbewust,
Naar onze kust,
Want in haar string
Is zij een lekker ding
Ik wil met haar mee, naar zee!
Want in string, wil ik haar zien!
Wie gaat er mee, naar zee?
Om die string, van haar eens te zien!
|